Dwangmedicatie

Dwangmedicatie

BC 20-042 28 juli 2020

Uitspraak Wvggz klachtencommissie

 

Inzake : [klager]
Instelling : Pro Persona
Klachtnummer : BC20-042
Datum ontvangst klacht : 16 juli 2020
Schorsingsverzoek : niet gehonoreerd 
Hoorzitting : 23 juli 2020 (digitale conferentie Starleaf)
Datum beschikking : 29 juli 2020

 

 

Uitgenodigd voor hoorzitting

[klaagster] (klaagster)

[PVP] (PVP)

 

[verweerster] (verweerster)

[verweerster] (verpleegkundige)

 

[voorzitter] (jurist/voorzitter Wvggz klachtencommissie)

[lid 1] (psychiater)

[lid 2] (lid)

 

[ambtelijk secretaris] (ambtelijk secretaris Wvggz klachtencommissie)

 

Juridische status

Zorgmachtiging

 

Procesverloop

De klachtencommissie heeft op 16 juli 2020 van klaagster een klaagschrift ontvangen (gedateerd op 13 juli 2020). De klacht betreft dwangmedicatie waarbij klaagster tevens een verzoek indient voor schorsing van de - in overleg met de Geneesheer-Directeur (GD) genomen – beslissing van de zorgverantwoordelijke van 8 mei 2020. Op 17 juli 2020 is het schorsingsverzoek door de klachtencommissie afgewezen wegens ernstig nadeel. Het schorsingsbesluit is op 17 juli 2020 verzonden aan klaagster, PVP en verweerster. Van verweerster heeft de klachtencommissie op 20 juli 2020 een verweerschrift inclusief zeven bijlagen ontvangen. Op 20 juli 2020 heeft de patiëntenvertrouwenspersoon namens klaagster een toelichting op de klacht gestuurd.

De hoorzitting op 23 juli 2020 heeft plaatsgevonden middels videoconferentie. Bij die gelegenheid hebben alle partijen hun standpunt kunnen toelichten.

Partijen is aan het einde van de hoorzitting medegedeeld dat zij op 29 juli 2020 de beslissing van de klachtencommissie tegemoet kunnen zien.

De klachtencommissie heeft inzage gehad in de volgende stukken:

-           Klaagschrift;

-           Verweerschrift;

-           Beslissing tot verlenen van verplichte zorg (art. 8:9 lid 2 Wvggz) van 6 mei 2020, toegevoegd als bijlage bij het verweerschrift;

-           Brief GD “Informatie aan betrokkene, advocaat en vertegenwoordiger over het verlenen van verplichte zorg” gedateerd 8 mei 2020 (art. 8:9 lid 3 Wvggz) toegevoegd als bijlage bij het verweerschrift;

-           De bevindingen van de GD (art. 5:11 lid1 Wvggz) aan de Officier van Justitie gedateerd 20 april 2020 toegevoegd als bijlage bij het verweerschrift;

-           Beschikking Rechtbank Gelderland machtiging tot het verlenen van verplichte zorg Wvggz van 4 mei 2020 als bijlage bij het verweerschrift;

-           Zorgplan van 26 maart 2020 als bijlage bij het verweerschrift;

-           Medische verklaring ten behoeve van de voorbereiding van een Zorgmachtiging (als bedoeld in artikel 5:8 en 7:11 lid 4 Wvggz) gedateerd op 20 april 2020, als bijlage bij het verweerschrift.

 

Termijn

Het klaagschrift bevat een klacht als omschreven in artikel 10:3 Wvggz en heeft onder meer betrekking op een beslissing waarvan het gevolg nog actueel is. De klachtencommissie is om die reden gehouden binnen twee weken na ontvangst van het klachtenformulier een schriftelijke en gemotiveerde beslissing te nemen. Deze termijn loopt af op 30 juli 2020.

 

Klacht 

Klaagster maakt bezwaar tegen de beslissing van 6 mei 2020 van verweerster om dwangmedicatie depot Xeplion toe te dienen en verzoekt om schorsing van die beslissing.

 

Feiten

-           De rechtbank Gelderland heeft op 4 mei 2020 een zorgmachtiging verleend inhoudende het verlenen van verplichte zorg ten aanzien van klaagster voor de duur van een half jaar, geldend tot 3 november 2020.

-           Klaagster is op 7 april 2020 heropgenomen op een gesloten afdeling bij Pro Persona in [locatie] en is na een dag overgeplaatst naar een gesloten afdeling bij Pro Persona [locatie].

-           Op 18 mei 2020 heeft klaagster zich onttrokken aan de behandeling door niet terug te keren van een onbegeleid verlof. Er ging een vermissingsbericht uit.

-           Op 6 juni 2020 is klaagster heropgenomen op een gesloten afdeling bij Pro Persona in [locatie].

-           Klaagster is voorheen opgenomen geweest op basis van een rechterlijke machtiging (Bopz) gevolgd door een crisismaatregel en sinds 4 mei 2020 een zorgmachtiging. 

-           Op 8 mei 2020 heeft klaagster een brief aanzegging besluit verplichte zorg ontvangen.

-           Verweerster en klaagster hebben op 17 juli 2020 het schorsingsbesluit ontvangen.

-           Klaagster is een 41 jarige vrouw bekend met een bipolaire I stoornis en persoonlijkheidsproblematiek met kenmerken van cluster B. (borderline en antisociale trekken). In de acute fase zijn er duidelijke symptomen van manie en psychose en veroorzaakt betrokkene overlast.

  

Standpunten van partijen  

Ter zitting licht klaagster toe dat ze veel bijwerkingen ervaart van het medicijn Xeplion dat zij momenteel toegediend krijgt middels depot. Ze heeft last van bloedverlies, zowel vaginaal als uit haar keel, ze ziet zwarte vlekken, heeft steken in haar hoofd en last van duizelingen. Ook heeft klaagster zenuwletsel als gevolg van een eerder opgelopen trauma. Dit verergert ook door de medicatie. Ze heeft recent een gesprek met haar behandelaren gehad en aangegeven dat deze bijwerkingen heel heftig zijn voor klaagster. Zij heeft opnieuw verzocht om over te gaan op het gebruik van Lorazepam. Hier gaat verweerster niet mee akkoord. Klaagster heeft haar huisdieren al 7 weken niet kunnen bezoeken vanwege beperking van haar vrijheden. Dit draagt niet bij aan haar welbevinden. Klaagster wil bij voorkeur geen medicatie, maar is wel bereid om Lorazepam in te nemen. Verder wil zij graag een therapeutische behandeling starten, waaronder EMDR.  

PVP vult aan dat klaagster geen ernstig nadeel ervaart en dat dwangmedicatie daarom te ver gaat.  

Verweerster merkt op dat klaagster dezelfde klacht tegen dwangmedicatie recent ook heeft ingediend. De medicatie wordt gegeven in het kader van verplichte zorg binnen een zorgmachtiging. Verweerster heeft getracht te overleggen met klaagster over medicatie. Bij een eerder medicijn ontwikkelde klaagster veel bijwerkingen, waaronder bloedverlies. In overleg is toen de overstap gemaakt naar Paliperidon oraal. Omdat klaagster te weinig ziekte-inzicht en ziektebesef heeft is orale toediening geen goed idee. Klaagster is veelvuldig gedwongen opgenomen de laatste jaren. Bij het laatste ontslag uit de kliniek is aangegeven dat klaagster het nog 1 keer thuis mag proberen maar bij een hernieuwde gedwongen opname als gevolg van medicatie ontrouw wordt direct gestart met dwangmedicatie. Dit is inderdaad zo gegaan. Klaagster kan buiten de kliniek haar woning niet behouden en veroorzaakt veel problemen. Stoppen met (dwang)medicatie is niet realistisch.

Klaagster vult aan dat haar afweersysteem anders werkt dan bij anderen. Waar de een actiever wordt van een medicijn krijgt klaagster eerder last van slapeloosheid. “Iedereen wordt dik van Zyprexa maar ik val er juist van af”. Klaagster benoemt dat ze het niet eens is met de diagnose. Ze heeft ook geen antipsychoticum nodig, alleen iets rustgevends. Op een vraag van de klachtencommissie antwoordt klaagster dat ze in het verleden wel andere middelen heeft gehad maar dat ze geen proefkonijn wil zijn. Ik heb hele slechte ervaringen met medicatie in het verleden aldus klaagster. Zij ziet geen mogelijke alternatieven. De problemen die in haar thuissituatie ontstaan zijn volgens klaagster geen gevolg van de gestelde diagnose of het feit dat zij haar medicijnen niet inneemt maar worden veroorzaakt door een slechte woonsituatie, het ontbreken van schoon water etc.. Ik word in de gaten gehouden door mensen, dat is traumatisch, aldus klaagster. Ik heb gevraagd om EMDR maar daar doet verweerster niets aan. Alleen maar pillen. Het is juist omgekeerd; als ik naar huis kan herstel ik goed en neem ik lorazepam indien nodig. Ik kan niet zonder mijn huisdieren.

 

Op een vraag van de klachtencommissie licht verweerster toe dat zij zowel in- als extern gevaar ziet als klaagster geen medicatie inneemt. Er is met dwangmedicatie al sprake van intern gevaar. Klaagster laat veel agitatie zien waardoor er regelmatig een time out ingezet moet worden om te voorkomen dat het schadelijk is voor de gezondheid van anderen. Klaagster wordt dan naar haar kamer gestuurd om tot rust te komen. Door de veelvuldige conflicten raakt klaagster ook vaak haar woning kwijt. Bij een opname in het westen van het land is vorig jaar gekozen voor het opheffen van de rechterlijke machtiging. Er is meegegaan in klaagsters wens voor een vrijwillige behandeling. Korte tijd later is alweer een rechterlijke machtiging aangevraagd omdat klaagster op een camping in de problemen kwam.

Verweerster geeft aan dat de wens van klaagster om alleen lorazepam in te nemen niet ingewilligd kan worden. Het is geen goede vervanger van Paliperidon. Lorazepam heeft een andere werking, en is niet doelmatig op een hypomaan toestandsbeeld. Zonder medicatie veroorzaakt klaagster overlast, roept agressie over zichzelf af, beschuldigt anderen en is dreigend naar anderen. Geen woning is ook ernstig nadeel. Ze kan haar leven niet vormgeven. Klaagster is van mening dat Pro Persona juist de oorzaak is van deze problemen.

Verweerster ziet geen mogelijkheden op dit moment voor vrijwillige behandeling van klaagster. Er is vaker over gesproken maar uitgangspunt van klaagster is dan dat ze geen medicatie wil of alleen lorazepam. Dit is onvoldoende om haar te kunnen behandelen aldus verweerster. In het verleden heeft klaagster goed gereageerd op Depakine. Klaagster had wel last van huiduitslag als gevolg hiervan. Depakine is momenteel zeker geen optie aldus verweerster. Is ook niet in depotvorm beschikbaar.

Verweerster geeft aan dat niet alle symptomen geobjectiveerd kunnen worden maar neemt de huidige bijwerkingen van klaagster wel serieus. Er is bijvoorbeeld een uitstrijkje gemaakt vanwege haar bloedverlies.  

De aanwezige verpleegkundige geeft aan dat zij ook de genoemde bijwerkingen niet kan objectiveren waarop klaagster geagiteerd reageert dat ze blauwe plekken heeft laten zien evenals vaginale bloedingen.  

De klachtencommissie vraagt naar de veiligheid van het medicijn dat toegediend wordt. Verweerster antwoordt dat de veiligheid gewaarborgd is. De dosering wordt opgebouwd volgens de richtlijnen en ook de bijbehorende controles worden uitgevoerd. Klaagster weigert echter labonderzoek waardoor relevante bijwerkingen, waaronder het metabool syndroom, minder goed te monitoren zijn, aldus verweerster.  

PVP vraagt aan verweerster wat haar verwachting is ten aanzien van de duur van de dwangmedicatie als de klacht ongegrond verklaard zou worden. Verweerster geeft aan dat dit in ieder geval gedurende de looptijd van de zorgmachtiging is. Zij verwacht dat er in die periode nog geen motivatie opgebouwd zal zijn voor vrijwillige inname van de medicatie zodat de periode van dwang misschien wel langer zal duren.  

De klachtencommissie merkt op dat de argumentatie van verweerster tijdens de hoorzitting duidelijker is dan het schriftelijk verweer dat de commissie ontvangen heeft en vraagt aandacht voor het opschrift stellen hiervan bij een eventueel volgende klacht. Verweerster benadrukt dat het schrijven van een verweer heel arbeidsintensief is voor behandelaren en omdat het eenzelfde klacht betrof als enkele maanden geleden heeft zij het verweer beknopt gehouden. De voorzitter van de commissie licht toe dat iedere klacht op zichzelf staat. Een klacht wordt alleen niet in behandeling genomen als eenzelfde klacht nog in behandeling is. De klacht betreft nu tevens een ander middel.

Ook is het de commissie opgevallen dat de aanzeggingsbrief verwijst naar de zorgmachtiging. Dat is niet toereikend. In de aanzeggingsbrief moet de motivatie staan, niet de verwijzing. Bij de motivering wordt gekeken naar het ernstig nadeel, proportionaliteit, subsidiariteit, doelmatigheid en veiligheid. De aanzeggingsbrief wordt op verzoek van de zorgverantwoordelijke, indien dit geen psychiater is, opgesteld door de geneesheer directeur.

In de slotronde geeft klaagster aan dat ze wel een stappenplan wil maken met verweerster waarbij het doel is om weer naar huis te gaan. Ze wil een zelfbindingsverklaring opstellen waarbij ze vastlegt zich periodiek te melden en te laten weten hoe het met haar gaat. “Ik wil dan alleen lorazepam. Daar word ik rustig van en kan ik een huis vinden en met ontslag gaan”. Ook wil klaagster graag EMDR therapie. Verweerster staat hier positief tegenover maar dan moet klaagster eerst in contact treden met een therapeut om het trauma in kaart te brengen. Dit proces wordt echter belemmerd omdat klaagster het contact met behandelaren erg afhoudt.   

De aanwezige verpleegkundige merkt nog op dat klaagster zegt bereid te zijn lorazepam in te nemen maar dat medewerkers op de afdeling zien dat ze dit regelmatig niet inneemt. Tijdens de zitting raakt klaagster hierdoor geagiteerd, gaat luider spreken en laat anderen niet uitpraten. Op een vraag hierover van de klachtencommissie legt klaagster uit dat ze zich dan in het nauw gedreven voelt en niet meer rustig kan praten. “Ik functioneer niet in groepsverband”, aldus klaagster.

  

BEVINDINGEN VAN DE COMMISSIE

Ontvankelijkheid klacht en bevoegdheid commissie

Nu de klacht die ter beslissing aan de commissie voorligt is gebaseerd op artikel 10:3 letter f Wvggz (uitvoering van de zorgmachtiging door het besluit tot verplichte zorg te verlenen) is de klacht ontvankelijk en is de klachtencommissie bevoegd hiervan kennis te nemen.

 

Gronden en overwegingen

Klaagster heeft van de wettelijke bevoegdheid gebruik gemaakt door op grond van artikel 10:3 Wvggz een klacht in te dienen met betrekking tot de beslissing van verweerster tot verplichte zorg. De klachtencommissie zal zich uitspreken over deze klacht en de beslissing van verweerster aan de wettelijke criteria toetsen.

Beoordeling van de formele, procedurele vereisten:

Op grond van artikel 8:9 leden 1, 2 en 3 Wvggz neemt de zorgverantwoordelijke een beslissing tot het verlenen van verplichte zorg niet nadat hij zich op de hoogte heeft gesteld van de actuele gezondheidstoestand van betrokkene, met betrokkene over de voorgenomen beslissing overleg heeft gevoerd en, voor zover hij geen psychiater is, hierover overeenstemming heeft bereikt met de GD. De zorgverantwoordelijke dient de beslissing tot het verlenen van verplichte zorg op schrift te stellen en van een schriftelijke motivering te voorzien. De GD geeft betrokkene, de vertegenwoordiger en de advocaat een afschrift van de beslissing en stelt hen schriftelijk in kennis van de klachtwaardigheid van de beslissing en de mogelijkheid van advies en bijstand door de patiëntenvertrouwenspersoon en de familievertrouwenspersoon.

Uit de Beslissing verlenen verplichte zorg (art. 8:9 Wvggz) van 6 mei 2020 blijkt dat de zorgverantwoordelijke op 26 maart 2020 betrokkene heeft laten onderzoeken door ambulant psychiater [naam] en deze de voorgenomen beslissing tot het verlenen van verplichte zorg met betrokkene heeft besproken op 26 maart 2020. Uit de aanzeggingsbrief van 8 mei 2020 blijkt dat de zorgverantwoordelijke (verpleegkundig specialist) op diezelfde dag overeenstemming heeft bereikt met de GD.

Uit de brief van 8 mei 2020 van de GD “Informatie aan betrokkene, advocaat en vertegenwoordiger over het verlenen van verplichte zorg”, als bijlage bijgevoegd bij het verweerschrift, blijkt dat de GD betrokkene heeft geïnformeerd over het verlenen van verplichte zorg en haar tevens schriftelijk in kennis heeft gesteld van de klachtwaardigheid van de beslissing en de mogelijkheid van advies en bijstand door de patiëntenvertrouwenspersoon en de familievertrouwenspersoon.

Hieruit blijkt naar het oordeel van de commissie dat voldaan is aan de vereisten van artikel 8:9 leden 1, 2 en 3 Wvggz.

Beoordeling van de materiële vereisten:

Op grond van artikel 2:1 Wvggz worden bij, onder meer, de uitvoering van een crisismaatregel, machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel of zorgmachtiging, van de verplichte zorg de proportionaliteit, subsidiariteit, doelmatigheid en veiligheid beoordeeld.

Op grond van artikel 3:3 Wvggz kan, indien het gedrag van een persoon als gevolg van zijn psychische stoornis, niet zijnde een psychogeriatrische aandoening of verstandelijke handicap, leidt tot ernstig nadeel als uiterste middel verplichte zorg worden verleend indien:

  1. a) er geen mogelijkheden zijn voor zorg op basis van vrijwilligheid;
  2. b) er voor betrokkene geen minder bezwarende alternatieven met het beoogde effect zijn;
  3. c) het verlenen van verplichte zorg, gelet op het beoogde doel van verplichte zorg evenredig is
  4. d) en redelijkerwijs te verwachten is dat het verlenen van verplichte zorg effectief is.

De beoogde doelen van verplichte zorg staan in artikel 3:4 Wvggz. Op grond daarvan kan verplichte zorg worden verleend om:

  1. a) een crisissituatie af te wenden;
  2. b) ernstig nadeel af te wenden;
  3. c) de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren;
  4. d) de geestelijke gezondheid van betrokkene dusdanig te herstellen dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint, of
  5. e) het stabiliseren of herstellen van de fysieke gezondheid van betrokkene in het geval diens gedrag als gevolg van zijn psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel daarvoor.

De commissie zal de klacht met betrekking tot verplichte zorg met medicatie via depot Xeplion beoordelen (dwangmedicatie).

Ernstig nadeel en causaal verband

Om verplichte zorg te kunnen verlenen moet er niet alleen sprake zijn van ernstig nadeel maar ook van een causaal verband tussen de psychische stoornis en het aanzienlijk risico op ernstig nadeel voor klaagster of een ander. Het causaal verband wordt in de aanzegging van 8 mei 2020 niet expliciet aangegeven, in deze aanzegging wordt verwezen naar de beslissing van zorgverantwoordelijke van 6 mei 2020. In deze beslissing staat alle verplichte zorg vermeld die is aangegeven in de afgegeven zorgmachtiging van 4 mei 2020.

Deze aangegeven verplichte zorg bestaat uit:

Toediening medicatie, verwachte maximale duur: 6 maanden

Verrichten medische controles, verwachte maximale duur: 6 maanden

Andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, verwachte maximale duur: 6 maanden. Insluiten, verwachte maximale duur: 6 maanden.

Uitoefenen van toezicht op betrokkene, verwachte maximale duur: 6 maanden.

Aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen, verwachte maximale duur: 6 maanden.

Opnemen in een accommodatie, verwachte maximale duur: 6 maanden. 

Tijdens de mondelinge behandeling van de klacht heeft klaagster aangegeven dat zij een schildklierafwijking heeft maar geen persoonlijkheidsstoornis en geen bipolaire stoornis. Daarom vindt zij het niet nodig om antipsychotica vrijwillig in te nemen. Zij heeft last van bijwerkingen van het medicijn Xeplion, namelijk duizelingen en bloedingen vanuit haar keel en vagina. 

Verweerster heeft aangegeven dat klaagster onderzocht is door een arts. Er is geen verband tussen haar klachten en het medicijn Xeplion geconstateerd. Zonder medicatie Xeplion in depotvorm veroorzaakt klaagster overlast, roept agressie over zichzelf af, beschuldigt anderen en is dreigend naar anderen.

De commissie constateert dat het ernstig nadeel en causaal verband is aangetoond.

Mogelijkheden vrijwilligheid

Klaagster is bereid om Lorazepam in te nemen, een rustgevend middel. Verweerster heeft overleg met klaagster over haar medicatie om te onderzoeken welke antipsychotische medicatie klaagster bereid is om te nemen. In het verleden heeft klaagster Zyprexa ingenomen. Klaagster kreeg bij gebruik hiervan last van gewichtsverlies. Deze bijwerking is niet bekend als algemene bijwerking van Zyprexa aldus verweerster. Ook Olanzapine gaf volgens klaagster bij haar veel bijwerkingen. Op verzoek en in overleg met klaagster is door verweerster gekeken naar een ander antipsychoticum, namelijk Paliperidon. Paliperidon is eerst oraal is gestart om goed te kunnen instellen om daarna over te gaan naar depot (Xeplion). Door het ontbreken van ziekte-inzicht is klaagster niet bereid om Xeplion vrijwillig in te nemen. Klaagster is het niet eens met de diagnose en heeft, volgens haar, geen antipsychoticum nodig, alleen iets rustgevends.

Klaagster laat veel agitatie zien waardoor er regelmatig een time out ingezet moet worden om te voorkomen dat het schadelijk is voor de gezondheid van anderen en haarzelf, volgens verweerster. De commissie ziet dat de samenwerking tussen klaagster en verweerster moeizaam verloopt.

Volgens klaagster kan er afgezien worden van antipsychotica en is ze slechts bereid om Lorazepam in te nemen. Tijdens de mondelinge behandeling geeft klaagster aan dat zij niet vrijwillig Xeplion zal nemen.

De commissie constateert dat verweerster voldoende het gesprek heeft opgezocht met klaagster om de mogelijkheden van vrijwillige inname te onderzoeken.

Subsidiariteit

Verweerster heeft regelmatig overleg met klaagster over haar medicatie om te onderzoeken welke antipsychotica klaagster bereid is om te nemen. Zo heeft klaagster in het verleden Zyprexa en Paliperidon gebruikt. Ook heeft klaagster Depakine (stemmingsstabilisator) ingenomen. Bij deze 3 genoemde middelen gaf klaagster aan bijwerkingen te ervaren zoals gewichtsverlies en huiduitslag. Deze waren veelal niet te objectiveren en geen bekende bijwerkingen.  

Op verzoek en in overleg met klaagster is door verweerster gekeken naar een alternatief antipsychoticum, namelijk Xeplion. Door het ontbreken van ziekte-inzicht is klaagster niet bereid om Xeplion vrijwillig in te nemen. Klaagster is het niet eens met de diagnose en heeft, volgens haar, geen antipsychoticum nodig, alleen iets rustgevends. Klaagster laat veel agitatie zien waardoor er regelmatig een time out ingezet moet worden om te voorkomen dat het schadelijk is voor de gezondheid van anderen en haarzelf, volgens verweerster. De commissie ziet dat de samenwerking tussen klaagster en verweerster moeizaam verloopt. Het ernstige nadeel voor klaagster en haar omgeving zal onvoldoende weggenomen zijn wanneer er geen behandeling met antipsychotica plaats vindt. Er is voldoende gezocht naar alternatieven, deze zijn niet gevonden.

De commissie oordeelt dat er voldoende alternatieven zijn overwogen en besproken.

Proportionaliteit

Het beoogde doel van de verplichte zorg blijkt uit de verwijzing naar de beslissing verlenen verplichte zorg. Deze verwijst naar de zorgmachtiging.

Hieruit filtert de commissie dat de motivering is: inname van stemming stabiliserende en/of antipsychotische medicatie in het kader van bipolaire-I stoornis met paranoïde psychotische klachten bij een vrouw met beperkt ziektebesef en inzicht.

Uit de hoorzitting is gebleken dat het doel is het gedrag van klaagster te reguleren en haar agitatie en overlast te doen afnemen. Klaagster geeft aan dat ze liever zwerft dan dat ze behandeling krijgt. Klaagster vindt niet dat ze behandeling nodig heeft, ze is immers niet ziek. Verweerster is van mening dat verplichte medicatie met Xeplion bij klaagster nodig is om haar ziektebeeld te stabiliseren. Het doel is om het ernstig nadeel op te heffen. Het ernstig nadeel bestaat uit het veroorzaken van overlast en het oproepen van agressie bij anderen en over klaagster zelf.

De commissie volgt verweerster in dit doel.

Effectiviteit en doelmatigheid

De zorgverantwoordelijke moet vanuit haar professionele expertise een realistische inschatting maken

van de te verwachten effectiviteit en deze ook onderbouwen zodat de GD (en de rechter) de effectiviteit in de afweging kunnen betrekken. De klachtencommissie ziet dat de onderbouwing vanuit de aangeleverde bijlagen bestaat uit de motivatie zoals gegeven in de verwijzing naar de beslissing verlenen verplichte zorg, welke verwijst naar de zorgmachtiging. Klaagster vindt dat ze geen antipsychotica Xeplion nodig heeft en is slechts bereid Lorazepam in te nemen. De overlast die ze veroorzaakt ontstaat volgens klaagster omdat ze haar huisdieren niet mag zien. Verder is het onrustig op de afdeling. De slechte woonomstandigheden van klaagster voor de laatste opname werkten stress verhogend. Een huis vinden is haar eerste prioriteit. Door de bijwerkingen en het feit dat klaagster zelf vindt dat ze niet ziek is, is er geen bereidheid om Xeplion in te nemen. Klaagster heeft volgens verweerster geen of onvoldoende inzicht in haar ziektebeeld. Zonder medicatie zou klaagster vaak ingesloten worden, zonder uitzicht op verbetering. Er zou sprake zijn van een langdurige klinische opname. De te verwachten effectiviteit van deze dwangmedicatie is het opheffen van het ernstig nadeel zonder permanente insluiting. Er zijn reeds vele verschillende antipsychotica aan klaagster voorgeschreven, met wisselend succes.

De commissie volgt verweerster in haar verwachting dat Xeplion effectief zal zijn om het ernstig nadeel te beperken.

Veiligheid

Op grond van artikel 2:1 leden 3 en 8 Wvggz dient bij de voorbereiding, afgifte, tenuitvoerlegging, uitvoering, wijziging en de beëindiging van een zorgmachtiging de proportionaliteit en subsidiariteit, alsmede de doelmatigheid en veiligheid te worden beoordeeld. 

Psychofarmaca kunnen gepaard gaan met (ernstige) bijwerkingen voor betrokkene. De effectiviteit van de medicatie en de bijwerkingen kunnen van persoon tot persoon verschillen. Daarom zal niet alleen bij de keuze van de medicatie aandacht moeten worden geschonken aan de veiligheid en mogelijke bijwerkingen, maar zal de effectiviteit en veiligheid continu en bij alle actoren een aandachtspunt moeten vormen.

Gelet op de soms ernstige bijwerkingen van medicatie is het van belang dat de mogelijk blijvende schade als gevolg van het (langdurige) gebruik van psychofarmaca wordt meegewogen bij de voorbereiding van verplichte zorg en de toetsing van de proportionaliteit en de effectiviteit. Ook geldt dat het bij de keuze voor verplichte zorg van groot belang is om rekening te houden met de ervaringen van betrokkene zelf met het gebruik van verschillende medicijnen en zijn eigen afwegingen over nut en nadeel van verschillende vormen van medicatie serieus te nemen.

Klaagster geeft aan heftige bijwerkingen van psychofarmaca te ondervinden. Deze bijwerkingen zijn op verwijzing van verweerster onderzocht door een huisarts. De door klaagster ondervonden klachten zijn medisch niet verklaarbaar of herleidbaar naar bijwerkingen. Tijdens de hoorzitting heeft de aanwezige verpleegkundige aangegeven dat zij de genoemde bijwerkingen niet kan objectiveren. Klaagster is het daar niet mee eens.

De veiligheid is volgens verweerster gewaarborgd. De dosering wordt volgens de richtlijnen opgebouwd en ook de bijbehorende controles worden uitgevoerd. Klaagster weigert echter laboratoriumonderzoek waardoor de relevante bijwerkingen niet goed te monitoren zijn.

De commissie volgt de verweerster hierin, de veiligheid wordt gewaarborgd en gemonitord, voor zover klaagster dat toelaat.

Bovenstaande overwegingen leiden ertoe dat de commissie deze klacht ongegrond zal verklaren.

Ten overvloede: Tijdens de hoorzitting is door klaagster aangegeven vrijwillig mee te willen werken aan een stappenplan, waarbij het doel is dat klaagster weer naar huis kan.

Klaagster wil een zelfbindingsverklaring opstellen waarbij ze vastlegt zich periodiek te melden en te laten weten hoe het met haar gaat.

 

Uitspraak

De klachtencommissie verklaart de klacht met betrekking tot dwangmedicatie met Xeplion ongegrond.

 

Beroep

Tegen deze beslissing staat beroep open bij de rechtbank tot zes weken na bekendmaking.

 

Aldus besloten te Arnhem, 29 juli 2020

namens de Wvggz klachtencommissie,

i/o

 

[voorzitter]

Voorzitter Wvggz Klachtencommissie

Aantal bladzijden: 9